
Voicedialling
U kunt een nummer kiezen door het
spraaklabel uit te spreken dat aan een
nummer in de lijst met contactpersonen
is toegekend. U kunt aan maximaal
twaalf nummers uit de lijst met contactpersonen een
naamlabel toekennen. Als spraaklabel kunt u elk gesproken
woord (of meerdere woorden) gebruiken, bijvoorbeeld de naam
van een persoon.
Houd rekening met het volgende voordat u voicedialling
gebruikt:
p
Spraaklabels zijn niet taalgevoelig. Ze zijn afhankelijk van
de stem van de spreker.
p
Spraaklabels zijn gevoelig voor achtergrondgeluiden. Neem
de spraaklabels op en gebruik ze in een rustige omgeving.
p
Wanneer u een spraaklabel opneemt of een nummer belt
door een spraaklabel uit te spreken, moet u duidelijk in de
microfoon spreken.
p
Erg korte namen worden niet geaccepteerd. Gebruik lange
namen en vermijd het gebruik van soortgelijke namen voor
verschillende nummers.
x
U moet het spraaklabel exact zo uitspreken als u dit hebt
opgenomen. Dit kan in bepaalde omstandigheden
moeilijkheden opleveren, bijvoorbeeld in een drukke
omgeving of tijdens een noodgeval. Zorg dus dat u niet
uitsluitend van spraaklabels afhankelijk bent.
x
Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u spraaklabels
opnemen voor nummers die in de lijst met contactpersonen
van de autotelefoon zijn opgeslagen. Zie Spraaklabels op
pagina 43 voor meer informatie.
a
Als u een nummer wilt bellen via voicedialling, drukt u op
waarna het bericht
Nu spreken
wordt weergegeven op het
display.
a
Spreek het label voor het gewenste nummer luid en duidelijk
uit.
Als de telefoon het spraaklabel herkent, wordt het label dat u
hebt opgenomen afgespeeld en wordt het bijbehorende
nummer na anderhalve seconde automatisch gekozen.